In de memorie van toelichting bij het oorspronkelijke ontwerp (stuk 832/1 — 1984/1985, blz. 11) wordt immers toegegeven dat die geheimhouding meestal niet mogelijk is : « de afstand van een orgaan [ingeval de donor in leven is] gebeurt meestal slechts ten gunste van een persoon met wie men een sterke affectieve band heeft en die men kent».
L'exposé des motifs du projet initial (do c. nº 832/1 — 1984/1985, p. 11) reconnaît en effet que cet anonymat n'est généralement pas possible: « [lorsque le donneur est en vie] la cession d'un organe s'effectue dans la plupart des cas uniquement en faveur d'une personne avec laquelle on a des liens affectifs étroits et dont on connaît la situation de besoin».