Vertaling van "sterkste dalingen deden zich " (Nederlands → Frans) :

Tussen 1990 en 2009 is de bkg-intensiteit in alle lidstaten afgenomen. De steilste dalingen deden zich voor in Estland (-80 %), Slowakije (-73 %), Bulgarije (-62 %), Roemenië (-61 %), Litouwen (-60 %), Letland (-59 %) en Polen (-59 %).
Entre 1990 et 2009, l'intensité de GES a diminué dans tous les EM. La réduction la plus forte a été observée en Estonie (-80 %), en Slovaquie (-73 %), en Bulgarie (-62 %), en Roumanie (-61 %), en Lituanie (-60 %), en Lettonie (-59 %) et en Pologne (-59 %).

Het reële bruto beschikbaar inkomen van de gezinnen is tussen 2009 en 2011 gedaald in twee derden van de EU-landen waarvoor gegevens beschikbaar zijn. De sterkste dalingen deden zich voor in Griekenland (17 %), Spanje (8 %), Cyprus (7 %) en Estland en Ierland (5 %).
Entre 2009 et 2011, le revenu disponible brut des ménages a baissé dans deux tiers des pays de l’Union pour lesquels des données existent; les baisses les plus importantes ont été enregistrées en Grèce (17 %), en Espagne (8 %), à Chypre (7 %), en Estonie (5 %) et en Irlande (5 %).

De grootste relatieve dalingen deden zich voor in Roemenië (-20 %), Malta (-17 %), Bulgarije (-13 %) en Slowakije (-9 %), terwijl er een toename te zien was in met name Nederland (+6 %), Polen (+4 %) en Frankrijk (+4 %).
Les baisses relatives les plus importantes concernent la Roumanie (-20 %), Malte (-17 %), la Bulgarie (-13 %) et la Slovaquie (-9 %), tandis qu’une hausse est observée notamment aux Pays-Bas (+6 %), en Pologne (+4 %) et en France (+4 %).

De sterkste toenames van het ODA/bni-percentage deden zich voor in Kroatië (van 0,07% naar 0,11%), Finland (van 0,54% naar 0,60%), Duitsland (0,38% naar 0,41%), Luxemburg (van 1,0% naar 1,07%), Roemenië (van 0,07% naar 0,10%) en Zweden (van 1,01% naar 1,10%).
Le rapport APD/RNB a augmenté le plus en Croatie (de 0,07 % à 0,11 %), en Finlande (de 0,54 % à 0,60 %), en Allemagne (de 0,38 % à 0,41 %), au Luxembourg (de 1,0 % à 1,07 %), en Roumanie (de 0,07 % à 0,10 %) et en Suède (de 1,01 % à 1,10 %).