N. overwegende dat het HvJ van de Europese Unie in het Pringle-arrest heeft verklaard dat het verbod dat is neergelegd in artikel 125 VWEU, waarborgt dat de lidstaten bij het aangaan van schuldverplichtingen onderworpen blijven aan de wetten van de markt, omdat zij er aldus toe worden aangespoord de begrotingsdiscipline te handhaven, en dat de naleving van deze discipline op EU-niveau bijdraagt tot het bereiken van een hoger doel, namelijk het behoud van de financiële stabiliteit in de monetaire unie; het HvJ benadrukt echter dat artikel 125 van het VWEU geen verbod inhoudt op het verlenen van financiële steun door een of meer lidstaten aan een lidstaat die verantwoordelijk blijft voor het nakomen van zijn verplichtingen jegens zijn kredie
...[+++]tverleners, op voorwaarde dat de eisen die aan deze steun worden verbonden van dien aard zijn dat de lidstaat een verantwoord begrotingsbeleid dient te voeren; N. considérant que la Cour de justice de l'Union européenne a dit pour droit dans l'arrêt Pringle que l'interdiction visée à l'article 125 du traité FUE garantit que les États membres restent soumis à la logique du marché lorsqu'ils contractent des dettes, celle-ci devant les inciter à maintenir une discipline budgétaire,
et que le respect d'une telle discipline contribue, à l'échelle de l'Union, à la réalisation d'un objectif supérieur, à savoir le maintien de la stabilité financière de l'union monétaire; que la Cour souligne, toutefois, que l'article 125 du traité FUE n'interdit pas l'octroi d'une assistance financière par un ou plusi
...[+++]eurs États membres à un État membre qui demeure responsable de ses propres engagements à l'égard de ses créanciers et pourvu que les conditions dont sont assorties une telle assistance soient de nature à inciter ce dernier à mettre en œuvre une politique budgétaire saine;