Wat betreft het principe van de niet-beschikbaarheid van het menselijk lichaam en de waardigheid van de draagmoeder steunden die overwegingen op de stand van het thans geldende positieve recht, zoals dit tot uiting komt in de artikelen 6, 1128, 1131 en 1133 van het Burgerlijk Wetboek en in de algemene beginselen van het Burgerlijk Wetboek.
En ce qui concerne le principe de l'indisponibilité du corps humain et la dignité de la femme porteuse, ces considérations se fondaient sur l'état du droit positif actuellement en vigueur, tel qu'il résulte en effet des articles 6, 1128, 1131 et 1133 du Code civil et des principes généraux du Code civil.