2. Er moet met name worden toegezien op de samenhang van de in het kader van de steunprogramma’s genomen maatregelen met de maatregelen ter uitvoering van andere instrumenten van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, met name de gemeenschappelijke marktordeningen, plattelandsontwikkeling, de kwaliteit van de producten, dierenwelzijn en milieubescherming.
2. La cohérence des mesures prises dans le cadre des programmes de soutien avec les mesures mises en œuvre au titre des autres instruments de la politique agricole commune, et notamment les organisations communes de marché, le développement rural, la qualité des produits, le bien-être des animaux et la protection de l’environnement, doit être assurée.