« Verstrekt de betrokken belastingplichtige een aanneembare uit
leg met behoorlijke bewijzen, zoals bijvoorbeeld het bewijs dat hij van zijn kapitaal leeft, dat hij leningen van private aard heeft aangegaan, dat zijn bestaansmiddelen hem door vrienden of familieleden worden bezorgd, dat hij inkomsten heeft genoten die van belasting vrijgesteld zijn, dan beoordeelt de aanslagambtenaar de gegeven uitleg met de vereiste bevattelijkheidszin; zo, daarentegen, de belastingplichtige zich tot loutere beweringen beperkt zonder positieve en controleerbare elementen aan te brengen of zo hij het
de aanslagambtenaar ...[+++]niet mogelijk maakt ten minste de morele overtuiging op te doen dat de aangifte juist is, verbetert deze ambtenaar het cijfer van het door de betrokkene aangegeven inkomen; daartoe steunt hij op de ter kennis van de belastingplichtige gebrachte en niet door deze ontkende tekenen en indiciën, mits de waarde te vermelden die hij eraan toekent ».« si le contribuable donne une explication plausible appuyée de justifications, comme par exemple la preuve qu'il vit de son capital, qu'il a contracté des emprunts à caractère privé, que
ses ressources lui sont procurées par des parents ou des amis, qu'il a joui de revenus exemptés d'impôts, le taxateur apprécie avec la compréhension voulue les explications données. Si au contraire le contribuable se borne à de simples affirmations sans apporter des éléments positifs ou contrôlables ou s'il ne permet pas au taxateur d'acquérir la conviction, tout au moins morale, que sa déclaration est exacte, ce fonctionnaire rectifie le chiffre du rev
...[+++]enu déclaré par l'intéressé; à cette fin, il a égard aux signes et indices portés à la connaissance du contribuable et non déniés par lui, en indiquant la valeur qu'il y attache ».