Voor elke overtreding van de verplichting het recht te kwijten op de in de artikelen 3 tot 7 bedoelde geschriften, is er een boete verschuldigd gelijk aan drie maal het ontdoken recht, met een minimum van 75 euro, te weten : door de ambtenaren en openbare officieren, voor de door hen of door hun tussenkomst opgemaakte geschriften, en wat de andere akten betreft, door elk der opstellers of ondertekenaars ervan. »
Pour toute contravention à l'obligation d'acquitter le droit sur les écrits visés aux articles 3 à 7, il est dû une amende égale à trois fois le droit éludé, avec un minimum de 75 euros, à savoir : par les fonctionnaires et officiers publics, pour les écrits dressés par eux ou à leur intervention, et, pour ce qui concerne les autres actes, par chacun de leurs auteurs ou signataires».