5. Zo snel mogelijk technische storingen en bedrijfsstoringen detecteren en lokaliseren, evenals ongebruikelijke gebeurtenissen tijdens de reis, en zo nodig de wagons controleren op slijtage en defecten, de goede staat van de treinen waarborgen en een beroep doen op externe hulp.
5. Repérer et localiser dans les meilleurs délais les perturbations techniques et d'exploitation ainsi que les événements inhabituels du voyage et, le cas échéant, examiner les wagons pour détecter détériorations et défectuosités, assurer la protection du train et faire appel à une aide extérieure.