In een eerste middel voeren de verzoekende partijen aan dat de bestreden artikelen 21 tot 26 niet bestaanbaar zouden zijn met artikel 14 van de Grondwet, doordat die bepalingen strafbaarstellingen zouden bevatten die niet zouden voldoen aan het strafrechtelijk wettigheidsbeginsel.
Dans un premier moyen, les parties requérantes font valoir que les articles 21 à 26 attaqués ne sont pas compatibles avec l'article 14 de la Constitution, au motif que ces dispositions contiendraient des incriminations qui ne seraient pas conformes au principe de légalité en matière pénale.