2. Elke lidstaat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat pogingen tot het plegen van één van de strafbare feiten genoemd in artikel 3, leden 3 tot en met 5, artikel 4, leden 2, 9, 9 ter, 9 quater en 9 quinquies, en artikel 5, leden 4 tot en met 6, strafbaar zijn.
2. Les États membres prennent les mesures nécessaires pour que soit punie toute tentative de commettre l'une des infractions visées à l'article 3, paragraphes 3 à 5, à l'article 4, paragraphes 2 et 9, 9 ter, 9 quater et 9 quinquies, et à l'article 5, paragraphes 4, 5 et 6.