Uit het subsidiaire karakter van het Hof volgt dat het Statuut de staten die partij zijn onrechtstreeks verzoekt hun nationaal recht aan te passen opdat hun strafgerechten bevoegd zouden zijn om kennis te nemen van de feiten die onder de bevoegdheid van het Hof zelf vallen. Het gaat om een logisch gevolg van de complementariteitsregel.
Il découle du caractère subsidiaire de la Cour que le Statut invite indirectement les Etats parties à modifier leur droit interne afin de rendre leurs juridictions pénales compétentes pour connaître des faits relevant de la compétence de la Cour elle-même. Il s'agit là d'une conséquence logique de la règle de complémentarité.