De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of de artikelen 155 tot 159 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium (W.W.R.O.S.P) een schending inhouden van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij de rechter niet toestaan om bij het opleggen van de herstelmaatregelen rekening te houden met de overschrijding van de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, terwijl artikel 21ter van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering de rechter toestaat om op strafrechtelijk vlak daarmee wel rekening te houden.
Le juge a quo demande à la Cour si les articles 155 à 159 du Code wallon de l'aménagement du territoire, de l'urbanisme et du patrimoine (CWATUP) violent les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils empêchent le juge de prendre en compte, lorsqu'il ordonne des mesures de réparation, le dépassement du délai raisonnable prévu à l'article 6.1 de la Convention européenne des droits de l'homme, alors que l'article 21ter du titre préliminaire du Code de procédure pénale permet au juge d'en tenir compte sur le plan pénal.