Logischerwijze volgt hieruit dat aan de onderbreking van de strafuitvoering geen bijzondere voorwaarden kunnen worden gekoppeld teneinde eventuele tegenaanwijzingen tegen te gaan, met name het gevaar dat de veroordeelde zich aan de uitvoering van zijn straf zou onttrekken, of het risico dat hij tijdens de onderbreking van de strafuitvoering ernstige strafbare feiten zou plegen of het risico dat hij de slachtoffers zou hinderen.
Il en découle en toute logique qu'aucune condition particulière ne peut être attachée à l'interruption de l'exécution de la peine afin de remédier à d'éventuelles contre-indications, à savoir le danger que le condamné se soustraie à l'exécution de sa peine, le risque qu'il commette des infractions graves au cours de l'interruption de l'exécution de la peine ou le risque qu'il importune les victimes.