In zoverre artikel 135, § 2, van het Wetboek van Strafvordering bepaalt dat de inverdenkinggestelde tegen de verwijzingsbeschikking van de raadkamer, op grond van onregelmatigheden, verzuimen of nietigheden als bedoeld in artikel 131, § 1, slechts op ontvankelijke wijze hoger beroep kan instellen indien hij het middel bij schriftelijke conclusie heeft aangevoerd voor de raadkamer, schendt het de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.
L'article 135, § 2, du Code d'instruction criminelle, en tant qu'il dispose que l'appel interjeté par l'inculpé contre l'ordonnance de renvoi de la chambre du conseil, sur la base des irrégularités, omissions ou causes de nullité visées à l'article 131, § 1, n'est recevable que si le moyen a été invoqué par conclusions écrites devant la chambre du conseil, ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution.