§ 1. De minister of zijn gemachtigde stelt de in artikel 61/2, § 1, bedoelde vreemdeling die, tijdens de in artikel 61/2, § 2, eerste lid, bepaalde termijn, een klacht heeft ingediend of verklaringen
heeft afgelegd met betrekking tot de personen of de netwerke
n die zich schuldig zouden gemaakt hebben aan het misdrijf bedoeld in 4
33quinquies van het Strafwetboek of het misdrijf bedoeld in artikel 77bis onder de omstandigheden bepaa
...[+++]ld in artikel 77quater, 1°, uitsluitend voor wat de niet begeleide minderjarigen betreft, tot 5°, in het bezit van een verblijfsdocument met een geldigheidsduur van maximaal drie maanden.
§ 1. Le ministre ou son délégué délivre un document de séjour pour une durée de validité de trois mois au maximum, à l'étranger visé à l'article 61/2, § 1, qui a introduit, au cours du délai fixé à l'article 61/2,§ 2, alinéa 1, une plainte ou une déclaration concernant les personnes ou les réseaux qui se seraient rendus coupables de l'infraction visée à l'article 433quinquies du Code pénal ou, dans les circonstances visées à l'article 77quater, 1°, en ce qui concerne uniquement les mineurs non accompagnés, à 5°, de l'infraction au sens de l'article 77 bis.