4. herhaalt zijn standpunt dat de in artikel 4 van het Protocol (nr. 1) betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie vastgestelde termijn van acht weken om de nationale parlementen te informeren over ontwerpwetgevingshandelingen niet van toepassing is op begrotingsaangelegenheden; betreurt het daarom dat de Raad, ondanks het uiterst strakke tijdschema voor de inwerkingtreding van gewijzigde begroting nr. 1/2013, deze termijn toch heeft laten verstrijken alvorens zijn standpunt vast te stellen, waardoor het Parlement veel minder tijd had voor de vaststelling van de gewijzigde begroting overeenkomstig het Verdrag;
4. rappelle qu'il estime que la période de huit semaines prévue à l'article 4 du protocole n° 1 sur le rôle des parlements nationaux dans l'Union européenne pour notifier un projet d'acte législatif aux parlements nationaux ne s'applique pas aux questions budgétaires; regrette dès lors qu'en dépit du calendrier très serré pour l'entrée en vigueur de la présente adaptation et du budget rectificatif n° 1/2013, le Conseil ait néanmoins laissé cette période s'écouler avant d'adopter sa position, réduisant de ce fait le temps dont dispose le Parlement pour l'adoption conformément au traité;