33. verzoekt de lidstaten, de EU en de EHOR om de mobiliteit te versterken door het leren van talen te stimuleren, administratieve obstakels uit de weg te ruimen, een passende regeling voor financiële steun te bieden en de overdraagbaarheid van toelagen, beurzen en studiepunten te garanderen; stelt vast dat mobiliteit nog altijd minder toegankelijk is voor studenten uit minder welvarende milieus;
33. invite les États membres, l'Union et l'espace européen de l'enseignement supérieur à renforcer la mobilité en favorisant l'apprentissage des langues, en levant les obstacles administratifs, en mettant au point un mécanisme de soutien financier adéquat et en garantissant la transférabilité des bourses et des crédits; constate que la mobilité est toujours moins accessible aux étudiants issus de milieux moins favorisés;