Volgens de beschikbare gegevens lijkt er een verband te bestaan tussen enerzijds de verbreidheid van de officiële taal van een land en anderzijds het vermogen van jongeren om nog een andere taal te spreken: in landen waarvan de taal relatief weinig verbreid is (Denemarken, Zweden e.a.) is men meer gemotiveerd om een andere taal te leren dan in landen met een wijd verbreide taal (Frankrijk, Spanje e.a.).
D'après les donnés disponibles, il semble y avoir un lien entre la langue officielle du pays et l'aptitude des jeunes à parler une autre langue: les pays dont la langue n'est pas dominante (tels que la Danemark, la Suède et autres) sont plus motivés à apprendre une autre langue par rapport aux pays utilisant une langue dominante (comme par exemple la France, l'Espagne ou autres).