33. brengt in herinnering dat meer dan 25% van Europa´s biodiversiteit zich in de Westelijke Balkan bevindt; wijst er eveneens op dat de vele kleine en grote rivieren en meren – waarvan de Moraca-rivier en het Skadar-meer de grootste zijn –
het leefgebied van talrijke zeldzame soorten vormen; vraagt de Montenegrijnse autoriteiten zich opnieuw te buigen over de mogelijkheid om grootschalige waterkrachtcentrales te bouwen en zich hoofdzakelijk te verlaten op hierdoor gegenereerde energie; wijst nogmaals op de noodzaak om een nationale energiestrategie te ontwikkelen waarin de vele verschillende hernieuwbare energiebronnen in aanmerking
...[+++]worden genomen, met inbegrip van waterkracht op kleine schaal; wijst voorts opnieuw op de noodzaak om het natuurlijke erfgoed te eerbiedigen, zoals vastgelegd in de grondwet waarin wordt verwezen naar Montenegro als een ecologische staat en naar het feit dat het natuurlijke erfgoed en het toerisme twee belangrijke pijlers van de Montenegrijnse economie vormen; dringt er bij de Montenegrijnse autoriteiten op aan om altijd milieu- en sociale effectbeoordelingen uit te voeren alvorens een besluit te nemen over de bouw van nieuwe centrales, overeenkomstig de communautaire en internationale normen zoals het Verdrag van Aarhus en het Verdrag van Espoo; dringt er voorts bij de Montenegrijnse autoriteiten op aan om met betrekking tot de planning van toekomstige waterkrachtcentraleprojecten uitgebreide en transparante openbare raadplegingsprocedures te organiseren en de relevante maatschappelijke organisaties hierbij te betrekken, en om alle desbetreffende besluiten, adviezen van deskundigen en andere documentatie openbaar te maken; 33. rappelle que plus de 25 % de la biodiversité européenne se trouve dans la région des Balkans occidentaux; rappelle, en outre, que les nombreux lacs et rivières, qu'ils soient petits ou grands – les plus grands étant la rivière Morača et le lac Skadar – abritent de nombreuses espèces rares; invite les autorités monténégrines à reconsidérer les projets relatifs à la construction de grandes centrales hydroélectriques et leur intention de compter principalement sur l'énergie
provenant de telles sources; rappelle la nécessité d'élaborer une stratégie énergétique nationale qui tienne compte des nombreuses sources d'énergie renouvelables
...[+++], y compris des centrales hydroélectriques à petite échelle; rappelle la nécessité de respecter le patrimoine naturel consacré par la Constitution, qui désigne le Monténégro comme un État écologique et reconnaît le patrimoine naturel et le tourisme comme deux piliers majeurs de l'économie monténégrine; prie instamment les autorités monténégrines d'effectuer systématiquement des évaluations d'impact sur les plans social et environnemental avant l'adoption de toute décision de construire de nouvelles centrales, conformément aux normes de l'Union européenne et aux normes internationales, telles qu'elles figurent, notamment, dans les conventions d'Aarhus et d'Espoo; demande instamment, en outre, aux autorités monténégrines de mettre en place des procédures de consultation élargies et transparentes, associant des organisations compétentes de la société civile lors de l'élaboration de projets de construction de nouvelles centrales hydroélectriques, et de rendre publics toute décision, tout avis d'expert et toute autre documentation afférents;