In het moderne recht van de rechten van de mens wordt inderdaad uitgegaan van drie soorten verplichtingen van de overheid :
een verplichting om grondrechten te eerbiedigen (« to respect », « respecter »), hetgeen een onthoudingsplicht inhoudt; een verplichting om grondrechten te beschermen (« to protect, « protéger »), hetgeen een verplichting inhoudt om m
aatregelen te nemen tegen inmengingen van derden; een verplichting om inhoud te geven aan grondrechten (« to fulfil », « mettre en oeuvre »), hetgeen een verplichting inhoudt om ma
...[+++]atregelen te nemen van wetgevende, bestuurlijke, budgettaire, gerechtelijke, promotionele of andere aard, met het oog op een volledige verwezenlijking van het betrokken recht.
Dans le droit moderne des droits de l'homme, l'on part en effet du principe qu'il existe trois types d'obligations pour les pouvoirs publics : une obligation de respecter les droits fondamentaux, qui implique un devoir d'abstention; une obligation de protéger les droits fondamentaux, qui implique une obligation de prendre des mesures contre l'immixtion de tiers; une obligation de mettre en oeuvre les droits fondamentaux, qui implique l'obligation de prendre des mesures de nature législative, administrative, budgétaire, judiciaire, promotionnelle ou autre, en vue de concrétiser pleinement le droit en question.