Tegen deze achtergrond luidt mijn vraag aan de Commissie, op welke wijze de variëteit Basmas, die verbouwd wordt door familiebedrijven in Thracië, en meer in het algemeen de variëteiten van oostelijke soort die vaak in monocultuur worden verbouwd wegens de eigenschappen van de bodem, kunnen worden uitgezonderd van de per 2009 toegepaste vermindering met 50% van de rechtstreekse steun, een vermindering die ernstige financiële en sociale gevolgen voor de productieregio's zal hebben.
Dans ce cadre, la Commission pourrait-elle indiquer comment la variété '"Basmas", cultivée dans des exploitations familiales en Thrace, et, d'une façon plus générale, les variétés du type oriental, souvent cultivées en monoculture en raison de particularités pédologiques, pourraient être exemptées de l'application de la diminution de 50% des aides communautaires directes en 2009, laquelle aura de graves retombées économiques et sociales dans les régions productrices?