Wanneer de bevoegde autoriteiten van de inspecterende lidstaat tijdens of na een inspectie een inbreuk op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid constateren, treffen zij overeenkomstig titel VIII passende maatregelen tegen de kapitein van het betrokken vaartuig, of tegen iedere andere voor de inbreuk verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon, een en ander met inachtneming van artikel 83, lid 2, en artikel 86.
Sans préjudice de l’article 83, paragraphe 2, et de l’article 86, lorsqu’elles découvrent une infraction aux règles de la politique commune de la pêche pendant ou après une inspection, les autorités compétentes de l’État membre qui effectue l’inspection prennent les mesures appropriées, conformément au titre VIII, à l’encontre du capitaine du navire en cause ou de toute autre personne morale ou physique responsable de l’infraction.