Zoals blijkt uit de tekst van het in het geding zijnde artikel 81, § 1, bepaalt dat laatste dat elk gemengd project het voorwerp uitmaakt van een aanvraag voor een unieke vergunning, « met uitzondering van de projecten die betrekking hebben op tijdelijke inrichtingen, proefinrichtingen of op onroerende goederen bedoeld in artikel 109 van het ' CWATUP ' ».
Comme il ressort du texte de l'article 81, § 1, en cause, celui-ci prévoit que tout projet mixte fait l'objet d'une demande de permis unique, « à l'exception des projets portant sur des établissements temporaires, d'essai ou relatifs à des biens immobiliers visés à l'article 109 du CWATUP ».