Dit geldt inzonderheid met betrekking tot het naast elkaar bestaan van een regeling inzake de verlenging van huurovereenkomsten wegens buitengewone omstandigheden, voorgeschreven bij artikel 11 van afdeling II van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek, en van de bevoegdheid die de onderzochte bepaling aan de
rechter verleent om eveneens wegens buitengewon
e omstandigheden de termijn te verlengen waarbinnen de uithuiszetting niet ten uitvoer kan worden gelegd : zo rijst
...[+++]bijvoorbeeld de vraag of de erkenning ofwel de ontstentenis van erkenning van het bestaan van « buitengewone omstandigheden » in de zin van het voornoemde artikel 11 een weerslag kan hebben op de beoordeling van het bestaan van « buitengewone omstandigheden » in de zin van de ontworpen bepaling. Il en va tout spécialement de la sorte, s'agissant de la coexistence du régime de prorogation de bail pour circonstances exceptionnelles prévu par l'article 11 de la section II du livre III, titre VIII, chapitre II, du Code civil et du pouvoir que la disposition à l'examen reconnaît au juge de prolonger, également en raison de circonstances
exceptionnelles, le délai dans lequel l'expulsion ne peut être exécutée : ainsi, par exemple, on se demande si la reconnaissance ou l'absence de reconnaissance de l'existence de « circonstances exceptionnelles » au sens de l'article 11 précité est de nature à influer sur l'appréciation de l'existence
...[+++]de « circonstances exceptionnelles » au sens de la disposition en projet.