Ten slotte stipt de indiener van het amendement aan dat de keuze van de termijn van twintig jaar gedurende welke de hoogleraar het recht moet hebben onderwezen, haar verantwoording vindt in de voorwaarde dat advocaten krachtens het voorgestelde artikel 207bis , § 1, 1º, van het Gerechtelijk Wetboek gedurende dezelfde termijn werkzaam moeten zijn geweest aan de balie.
Enfin, l'auteur de l'amendement signale que, si l'on a estimé que le professeur doit avoir enseigné le droit pendant vingt ans, c'est parce que, selon l'article 207bis , § 1 , 1º, proposé du Code judiciaire, les avocats doivent avoir suivi le barreau pendant vingt ans.