Bewust van de noodzaak om het terrorisme doeltreffend te bestrijden, heeft de wetgever geoordeeld dat de handelingen die volgens het gemeen strafrecht eveneens strafbaar zijn, zwaarder moeten worden bestraft wanneer zij als terroristische handelingen worden beschouwd (Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-0258/004, pp. 3, 4, 5, en Parl. St., Senaat, 2003-2004, nr. 3-332/3, p. 1).
Conscient de la nécessité de combattre efficacement le terrorisme, le législateur a estimé qu'il fallait punir plus sévèrement des actes également punissables selon le droit pénal commun lorsqu'ils sont considérés comme des actes terroristes (Doc. parl., Chambre, 2003-2004, DOC 51-0258/004, pp. 3, 4, 5, et Doc. parl., Sénat, 2003-2004, n° 3-332/3, p. 1).