Vertaling van "terughoudend opstellen tegenover " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

een positieve grondhouding aannemen | welwillend staan (tegenover/ten aanzien van etc.) | zich (in eerste instantie) positief opstellen
avoir un préjugé favorable

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Het resultaat was een Staat die zich terughoudend ging opstellen tegenover interventies in de meningen van de burgers.
Il s'en est suivi des États qui n'allaient intervenir dans l'opinion de leurs citoyens qu'avec beaucoup de retenue.

Ik wil graag dat wij ons uiterst terughoudend blijven opstellen tegenover de verleiding om de verplichte medefinanciering in ruimere zin toe te passen, hetgeen op termijn tot een renationalisatie van de uitgaven van de eerste pijler zou kunnen leiden.
Je voudrais que nous restions très prudents face à la tentation de généraliser un cofinancement obligatoire qui pourrait conduire à terme vers une renationalisation des dépenses du premier pilier.

De ervaring leert echter dat de lidstaten zich terughoudend opstellen tegenover EU-initiatieven op dit gebied.
Toutefois, l'expérience montre que les États membres sont réticents à envisager une initiative communautaire dans ce domaine.

22. is bezorgd over berichten dat bedrijven uit de EU die in Letland actief zijn zich vijandig zouden opstellen tegenover vakbonden en terughoudend zouden zijn tegenover samenwerking met werkgeversorganisaties van Letland; verzoekt de Commissie de situatie grondig te onderzoeken;
22. s'inquiète des rapports selon lesquels des sociétés basées dans l'UE et opérant en Lettonie adoptent des attitudes hostiles à l'égard des syndicats et sont réticentes à coopérer avec les associations d'employeurs lettons; invite la Commission à procéder à une enquête détaillée à cet égard;

De mannen zouden dit idee minder genegen zijn dan de vrouwen (47 tegenover 57 procent), en de Walen zouden zich terughoudender opstellen dan de Vlamingen (46 tegenover 55 procent).
Les hommes sont toutefois moins favorables à cette idée que les femmes (47 % contre 57 %) et les Wallons plus réticents que les Flamands (46 % contre 55 %).