Het feit dat men een personeelslid dat 59 jaar oud is en na een periode van ziekte opnieuw geschikt is, het recht ontzegt om zijn beroep uit te oefenen tot de pensioenleeftijd, terwijl aan alle voorwaarden is voldaan om zulks te doen, met inbegrip van de lichamelijke geschiktheid, is klaarblijkelijk discriminerend te zijnen aanzien.
La privation du droit d'exercer sa profession jusqu'à l'âge de la pension dès lors que toutes les conditions sont réunies pour ce faire, y compris l'aptitude physique, infligée au membre du personnel âgé de 59 ans, et à nouveau apte après une période de maladie, est manifestement discriminatoire à son égard.