Bij de beoordeling van eutrofiëring in mariene wateren moet rekening worden gehouden met de beoordeling voor kust- en overgangswateren in het kader van Richtlijn 2000/60/EG (bijlage V, punten 1.2.3 en 1.2.4) en de bijbehorende richtsnoeren , zodat de vergelijkbaarheid wordt verzekerd, waarbij tevens rekening moet worden gehouden met de in het kader van regionale zeeverdragen vergaarde informatie en kennis en de daarin ontwikkelde aanpak.
L’évaluation de l’eutrophisation des eaux marines doit prendre en compte l’évaluation des eaux côtières et des eaux de transition conformément à la directive 2000/60/CE (annexe V, points 1.2.3 et 1.2.4), ainsi que les lignes directrices y afférentes , de manière à permettre des comparaisons, et prendre également en considération les informations et les connaissances collectées dans le cadre des conventions sur les mers régionales.