Door te weigeren rekening te houden met de boekhouding van de belastingplichtigen en door over te gaan tot theoretische wedersamenstellingen van de omzet om het bestaan van een verdoken winst aan te tonen, maakte de administratie echter gebruik van een redenering waarbij werd uitgegaan van een opeenstapeling van vermoedens die door de rechtspraak is veroordeeld.
Or, en refusant de prendre en compte la comptabilité des contribuables et en procédant à des reconstitutions théoriques du chiffre d'affaires pour établir l'existence d'un bénéfice occulte, l'administration usait d'un raisonnement procédant d'une cascade de présomptions qui a été sanctionné par la jurisprudence.