Onverminderd de bepalingen van § 1, wordt de werkloze ten vroegste op het einde van de periode van erkende arbeidsongeschiktheid onderworpen aan de opvolgingsprocedure bedoeld in dit artikel, indien hij, voor een duur van ten minste twee jaar, een tijdelijke arbeidsongeschiktheid van ten minste 33 % vertoont, vastgesteld door de voor het werkloosheidsbureau aangewezen geneesheer, overeenkomstig de procedure voorzien in artikel 141.
Sans préjudice des dispositions du § 1, le chômeur est soumis à la procédure de suivi visée au présent article au plus tôt à la fin de la période d'inaptitude au travail reconnue, s'il justifie, pour une durée de deux ans au moins, d'une inaptitude temporaire au travail d'au moins 33 %, constatée par le médecin affecté au bureau du chômage, conformément à la procédure prévue à l'article 141.