- indien de gerechtigde bij de aanvang van zijn arbeidsongeschiktheid sedert minder dan het in het vorige lid bedoelde tijdvak uitzendkracht of seizoenarbeider is, wordt in de noemer enkel rekening gehouden met de werkdagen van het tijdvak dat ingaat de dag waarop hij die hoedanigheid heeft verkregen, en eindigt de dag vóór de aanvang van zijn arbeidsongeschiktheid, en wel naar rato van zesentwintig dagen voor elke volledige maand en van het aantal werkdagen voor de onvolledige maanden.
- si lors de la survenance de son incapacité de travail, le titulaire est travailleur intérimaire ou saisonnier depuis une durée inférieure à la période visée à l'alinéa précédent, il n'est tenu compte au dénominateur que des seuls jours ouvrables de la période prenant cours à la date à laquelle il a acquis cette qualité et expirant le jour qui précède le début de son incapacité de travail, à raison de vingt-six jours pour chaque mois complet et du nombre de jours ouvrables pour les mois incomplets.