Uitgaande van de vaststelling dat na de uitvaardiging van de DSB-aanbevelingen in februari 1998 voor de uitvoering ervan nog een gemeenschapshandeling was vereist, vraagt de advocaat- generaal zich af of Biret zich niet toch bij wijze van uitzondering op de DSB-aanbeveling en daarmee rechtstreeks op het WTO-recht zou kunnen beroepen, aangezien de termijn voor de uitvoering van de aanbevelingen allang was verstreken.
Partant du constat que, après l'adoption des recommandations de l'ORD de février 1998, il était encore nécessaire d'édicter un acte juridique communautaire pour mettre en oeuvre la recommandation de l'ORD, l'Avocat général soulève la question de savoir si, exceptionnellement, Biret ne doit toutefois pas pouvoir se prévaloir de la recommandation de l'ORD et, alors, invoquer directement le droit de l'OMC parce que le délai imparti à la Communauté pour mettre en oeuvre les recommandations était expiré depuis longtemps.