2. a) Of moet de vrijstelling worden toegekend vooriedere bijkomende voltijdse personeelsequivalent (met andere woorden twee deeltijds tewerkgestelde personen die tezamen één extra voltijdse baan invullen, geeft recht op de vrijstelling)? b) Zo niet, is in een tijd waarbij loopbaanonderbreking, ouderschapsverlof of deeltijds werken aanvaard zijn, in een beleid om het werken en gezin gemakkelijker te combineren, het nog gepast om een voltijdse tewerkstelling te eisen bij de toekenning van deze vrijstelling?
2. a) Ou l'exonération doit-elle être accordée pour tout équivalent d'un emploi supplémentaire à temps plein (autrement dit, deux personnes employées à temps partiel et occupant ensemble un temps plein supplémentaire, donnent droit à l'exonération)? b) Dans la négative, est-il décent, à une époque où l'interruption de carrière, le congé parental ou le travail à temps partiel sont admis et compte tenu d'une politique favorable à une combinaison harmonieuse de la vie de famille et de la vie professionnelle, d'exiger un emploi à temps plein pour que cette exonération soit accordée?