Artikel 75 van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, gewijzigd bij de wetten van 21 maart 1969
en 19 januari 1990, wordt vervangen als volgt : « Art. 75. Indien zij niet begeleid zijn door een ouder, hun voogd of een persoon die over hen de bewaring heeft, is het minderjarigen beneden de volle leeftijd van
veertien jaar niet toegestaan de terechtzittingen van de hoven en rechtbanken bij te wonen, tenzij voor de behandeling en de berechting van de vervolgingen die tegen hen zijn ingesteld, of wan
neer zij i ...[+++]n persoon moeten verschijnen of getuigenis moeten afleggen, en enkel voor de tijd dat hun aanwezigheid noodzakelijk is.
L'article 75 de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, modifié par les lois des 21 mars 1969 et 19 janvier 1990, est remplacé par ce qui suit : « Art. 75. S'ils ne sont pas accompagnés par un parent, leur tuteur ou une personne qui en a la garde, les mineurs n'ayant pas atteint l'âge de quatorze ans accomplis ne peuvent assister aux audiences des cours et tribunaux que pour l'instruction et le jugement des poursuites dirigées contre eux, ou lorsqu'ils ont à comparaître en personne ou à déposer comme témoins, et seulement pendant le temps où leur présence est nécessaire.