33. stelt vas
t dat eindproducten bijna 75 % van de wereldhandel in goederen en diensten uitmaken, terwijl de sector eindproducten slechts ongeveer 20 % van de BIP van de wereld vertegenwoordigt; merkt op dat de verplaatsing van activiteiten voornamelijk betrekking heeft op eindpro
ducten zonder grote toegevoegde waarde; dat deze verplaatsingen vooral de meest kwetsbare, de minst gekwalificeerde en dus de minst aanpasbare werknemers treffen; verlangt derhalve een sterke sociale solidariteit met deze werknemers, m
...[+++]et name door meer te investeren in de opleiding en omscholing van deze werknemers, met het doel hun een baan te kunnen verschaffen in sectoren waarin Europa een wereldleider blijft; 33. constate que les produits manufacturés représentent pratiquement 75% du c
ommerce mondial des biens et des services, alors que le secteur manufacturier n'équivaut qu'à environ 20% du PIB mondial; fait observer que les délocalisations concernent essentiellement des produit
s manufacturés sans grande valeur ajoutée; que ces mutations industrielles affectent surtout les travailleurs les plus vulnérables, les moins qualifiés et donc les moins adaptables; demande en conséquence une solidarité sociale forte avec ces travailleurs, notam
...[+++]ment en investissant davantage dans la formation et la requalification de ces travailleurs, afin de les réorienter vers des emplois dans des secteurs où l'Europe continue d'être un leader mondial;