Om het fonds in staat te stellen buitengewone liquiditeitsbehoeften te dekken die zouden kunnen ontstaan tussen een opvraging bij beleggers van toegezegd kapitaal en de daadwerkelijke opneming van het kapitaal in zijn rekeningen, dient het aangaan van kortetermijnleningen te worden toegestaan, mits het bedrag van een dergelijke lening het niet-gestort toegezegd kapitaal van het fonds niet overschrijdt.
En outre, afin de permettre au fonds de couvrir des besoins de liquidité exceptionnels qui pourraient survenir entre l'appel du capital souscrit par les investisseurs et l'arrivée effective des fonds sur leurs comptes, les emprunts à court terme devraient être autorisés, pour autant que leur montant ne dépasse pas le capital souscrit non appelé du fonds.