De artikelen 63 en 65 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet ertegen verzetten, in omstandigheden als die in het hoofdgeding, wanneer een opstalrecht ten gunste van een vennootschap wordt gevestigd voor de bouw van een gebouw waarvan zij voor 75 % van de totale bebouwde oppervlakte eigenaar zal worden in ruil voor de bouw van de overige 25 %, die deze vennootschap in volledig afgewerkte staat zal opleveren aan de verleners van dit opstalrecht, dat de belasting over de toegevoegde waarde over de bouwdiensten verschuldigd wordt op het ogenblik van vestiging van het opstalrecht, dat wil zeggen
...[+++]vóór verrichting van deze dienst, voor zover op het tijdstip van vestiging van dat recht alle relevante elementen van deze toekomstige dienstverrichting reeds bekend zijn en in het bijzonder de betrokken diensten dus nauwkeurig zijn omschreven, en de waarde van dat recht in geld kan worden uitgedrukt, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan.Les articles 63 et 65 de la directive 2006/112/CE du Conseil, du 28 novembre 2006, relative au système commun de taxe sur la valeur ajoutée, doivent être interprétés en ce sens que, dans des circonstances telles que celles de l’affaire au principal, lorsqu’un droit de superficie est constitué au profit d’une société en vue de l’édification d’un bâtiment dont elle deviendra propriétaire à hauteur de 75 % de la surface bâtie totale, en contrepartie de la construction des 25 % restants, que cette société s’engage à livrer en état d’achèvement complet aux personnes ayant constitué ce droit de superficie, ils ne s’opposent pas à ce que la taxe sur la valeur ajoutée sur la prestation de services de construction devienne exigible dès le moment auq
...[+++]uel le droit de superficie est constitué, c’est-à-dire avant que cette prestation de services ne soit effectuée, pour autant que, au moment de la constitution de ce droit, tous les éléments pertinents de cette future prestation de services sont déjà connus et donc, en particulier, les services en cause sont désignés avec précision, et que la valeur dudit droit est susceptible d’être exprimée en argent, ce qu’il appartient à la juridiction de renvoi de vérifier.