Een toelage blijft het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn eveneens verschuldigd, onder dezelfde wettelijke en reglementaire voorwaarden als deze bedoeld in artikel 18, § 4, tweede tot en met vierde lid, van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, wanneer het centrum met toepassing van artikel 61 van voornoemde wet van 8 juli 1976 voor een behoeftige bedoeld in het eerste lid een overeenkomst inzake tewerkstelling afsluit met een privéonderneming.
Une subvention reste également due au centre public d'aide sociale, aux mêmes conditions légales et réglementaires que celles visées à l'article 18, § 4, alinéas 2 à 4, de la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence, lorsqu'en application de l'article 61 de la loi organique du 8 juillet 1976 précitée, le centre conclut avec une entreprise privée une convention de mise au travail pour un indigent visé à l'alinéa 1.