1. De lidstaten ontwerpen regelingen voor toezicht op de bijvangsten van walvisachtigen, waarbij aan boord van vaartuigen die hun vlag voeren en een lengte over alles van 15 m of meer hebben, waarnemers worden ingezet in de visserijtakken en op de voorwaarden als bepaald in bijlage III, en zij voeren deze regelingen uit. De toezichtregelingen moeten zodanig ontworpen zijn dat ze representatieve gegevens over de betrokken visserijtakken opleveren.
1. Les États membres conçoivent et mettent en œuvre des programmes permettant de surveiller les captures accidentelles de cétacés grâce à la présence d'observateurs à bord des navires battant leur pavillon et d'une longueur hors tout supérieure ou égale à 15 mètres, en ce qui concerne les pêcheries et dans les conditions définies à l'annexe III. Les programmes de surveillance sont conçus de manière à fournir des données représentatives sur les pêcheries concernées.