1 bis. Indien een lidstaat tolgelden en/of gebruiksrechten slechts op delen van het trans-Europese netwerk wenst te handhaven of in te voeren mogen de daaruit voortvloeiende ontheffingen voor andere delen (bijvoorbeeld wegens hun afgelegen ligging of een laag congestie- of vervuilingsniveau of indien zulks van wezenlijke betekenis is voor de invoering van een nieuwe tolstructuur) geen discriminatie van het internationaal verkeer tot gevolg hebben.
1 bis. Lorsqu'un État membre décide de maintenir ou d'instaurer des péages et/ou des droits d'usage sur des parties seulement du réseau routier transeuropéen, l'exonération des autres parties qui en découle (motivée notamment par leur isolement ou par le faible niveau de congestion ou de pollution ou lorsque cela est indispensable pour l'instauration d'un nouveau système de péage) ne peut entraîner aucune discrimination à l'égard du trafic international.