Nadat de kiezer zijn stem heeft uitgebracht, toont hij aan de voorzitter zijn rechthoekig in vieren gevouwen stembiljetten, respectievelijk voor de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat, met de stempel aan de buitenzijde en steekt ze in elk van de stembussen waarin ze respectievelijk moeten worden gestoken; vervolgens laat hij zijn oproepingsbrief afstempelen door de voorzitter of de daartoe gemachtigde bijzitter en verlaat de zaal.
Après avoir arrêté son vote, l'électeur montre au président ses bulletins respectivement pour la Chambre des représentants et le Sénat, pliés en quatre à angle droit, avec le timbre à l'extérieur, et les dépose dans chacune des urnes destinées à les recevoir respectivement, puis, après avoir fait estampiller sa lettre de convocation par le président ou l'assesseur délégué, il sort de la salle.