1. Tot 31 december 2011 kunnen de bevoegde autoriteiten van elke lidstaat voor de toepassing van bijlage VI, deel 1, punt 61 het aantal achterstallige dagen vastleggen, en dit tot een maximum van 180 dagen, voor de in bijlage VI, deel 1, punten 12 tot 17 en 41 tot 43 bedoelde vorderingen op op hun grondgebied gevestigde tegenpartijen, indien een dergelijke aanpassing op grond van de plaatselijke voorwaarden passend is.
1. Jusqu'au 31 décembre 2011, les autorités compétentes de chaque État membre peuvent fixer, aux fins de l'annexe VI, partie 1, point 61, un nombre de jours d'arriéré allant jusqu'à 180 pour les expositions visées à l'annexe VI, partie 1, points 12 à 17 et 41 à 43 envers des contreparties établies sur leur territoire, si les conditions locales le justifient.