Vertaling van "tot 44 jarigen " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

vrouwen,14 jarigen-65 jarigen
population féminine âgée de 15 à 64 ans

totale bevolking 14 jarigen-65 jarigen
population totale âgée de 15 à 64 ans

mannen,14 jarigen-65 jarigen
population masculine âgée de 15 à 64 ans

humaan adenovirus 44
adénovirus humain 44

humaan rhinovirus 44
rhinovirus humain 44

autosomaal recessieve spastische paraplegie type 44
paraplégie spastique autosomique récessive type 44

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Bij 15 tot 44 jarigen en bij 75-plussers is die stijgende trend minder duidelijk.
Dans les tranches d'âge de 15 à 44 ans et de 75 ans et plus, cette tendance à la hausse est moins claire.

De verdeling op het vlak van leeftijdscategorieën ziet er als volgt uit: 21,8 % voor de 15-24-jarigen, 26,2 % voor de 25-34-jarigen, 28,6 % voor de 35-44-jarigen, 26,7 % voor de 45-54-jarigen, 26,1 % voor de 55-64-jarigen, 15,9 % voor de 65-74-jarigen en 5,8 % voor de 75-plussers.
La répartition en matière de tranche d'âge est la suivante: 21,8 % pour les 15-24 ans, 26,2 % pour les 25-34 ans, 28,6 % pour les 35-44 ans, 26,7 % pour les 45-54 ans, 26,1 % pour les 55-64 ans, 15,9 % pour les 65-74 ans et 5,8 % pour les plus de 75 ans.

De leeftijdsgroepen die het meest stijgen, zijn die van de 40-44-jarigen, van de 45-49-jarigen en van de 50-54-jarigen.
Les groupes d'âge qui enregistrent la plus forte augmentation en nombre sont ceux entre 40-44 ans, 45-49 ans et 50-54 ans.

In 2003 liggen die cijfers een beetje anders. De hoogste percentages komen overeen met de leeftijdsgroepen van de 30-34-jarigen, de 35-39-jarigen en de 40-44-jarigen en bedragen respectievelijk 15,88 %, 15,52 % en 14,16 % van het totale aantal vrouwen.
En 2003, les chiffres montrent un léger glissement: les pourcentages les plus élevés s'observent dans les groupes d'âge 30-34, 35-39 et 40-44 ans, qui sont respectivement de 15,88, 15,52 et 14,16 % de l'effectif total des femmes.

In Vlaanderen hebben 25- tot 44-jarigen 2,2 maal meer kans om een opleiding te volgen dan 45- tot 64-jarigen en 9,4 maal meer dan 60- tot 64-jarigen.
En Flandre, les 25 à 44 ans ont 2,2 fois plus de chances de suivre une formation que les 45 à 64 ans et 9,4 fois plus que les 60 à 64 ans.

Art. 3. De VIA-tussenkomsten voor het wegwerken van anomalieën, voor managementsteun, voor vorming en voor de opvang van de extra verlofdagen voor 35-44 jarigen, vastgelegd in de verschillende VIA, verminderd met het VIA-budgetdeel, bepaald in de eerste alinea van artikel 8, worden als organisatiesteun aan de organisaties toegekend.
Art. 3. Les interventions VIA pour la suppression des anomalies, l'aide à la gestion, la formation et l'octroi de jours de congé supplémentaires aux 35-44 ans, fixées dans les différents VIA, réduites de la partie du budget VIA définie à l'alinéa premier de l'article 8, sont considérées comme des soutiens organisationnels octroyés aux organisations.

De cijfers bij jongeren (72 % voor de 25- tot 49-jarigen) liggen aanmerkelijk hoger dan bij ouderen (44 % bij de 55- tot 64-jarigen).
Les taux de jeunes (29-34 ans) sont considérablement plus élevés - 72% - comparés à ceux des personnes plus âgées (55-64 ans), 44%.