De verdachte die zich in voorlopige hechtenis bevindt, heeft vanaf de betekening van het bevel tot aanhouding recht op vertrouwelijk overleg met zijn advocaat overeenkomstig artikel 20, § 1, recht op bijstand van een advocaat tijdens de verhoren die worden afgenomen en recht op de onderbreking van het verhoor overeenkomstig artikel 2bis, § 5, tweede lid.
A compter de la signification du mandat d'arrêt, le suspect qui se trouve en détention préventive a le droit de se concerter confidentiellement avec son avocat conformément à l'article 20, § 1, de se faire assister par un avocat pendant les auditions qui sont effectuées et d'interrompre l'audition conformément à l'article 2bis, § 5, alinéa 2.