2. Bij de uitoefening van hun bevoegdheden om uit hoofde van artikel 30 administratieve sancties en andere administratieve maatregelen op te leggen, werken de bevoegde autoriteiten nauw samen om ervoor te zorgen dat de toezichts- en onderzoeksbevoegdheden en de administratieve sancties die zij opleggen, en de andere administratieve maatregelen die zij nemen, uit hoofde van deze verordening, doeltreffend en passend zijn.
2. Dans l’exercice de leurs pouvoirs d’infliger des sanctions administratives et de prendre d’autres mesures administratives au titre de l’article 30, les autorités compétentes coopèrent étroitement afin de garantir que l’exercice de leurs pouvoirs de surveillance et d’enquête et les sanctions administratives qu’elles infligent et les autres mesures administratives qu’elles prennent soient effectives et appropriées au titre du présent règlement.