« Wat betreft het toekennen van de onmiddellijke teruggave bedoeld in artikel 104, 10º, moeten de bestedingen zijn gedaan voor de woning die op het ogenblik van de aanvraag tot onmiddellijke teruggave, de enige woning van de belastingplichtige is en die hij op dat ogenblik zelf betrekt.
« En ce qui concerne l'octroi de la restitution immédiate visée à l'article 104, 10º, les dépenses doivent être faites pour l'habitation qui, au moment de la demande de restitution immédiate, est l'habitation unique du contribuable, qu'il occupe personnellement à cette même date.