Het middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat artikel 4, eerste lid, a), en laatste lid, van de aangevochten wet voor de geslaagden voor het examen inzake beroepsbekwaamheid het voordeel (tot hiertoe onbeperkt in de tijd geldig) van hun uitslag beperkt tot een duur van zeven jaar te rekenen vanaf de inwerkingtreding van de wet of, voor de kandidaten die op die datum niet voldeden aan de benoemingsvoorwaarden bedoeld in artikel 191, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek, te rekenen vanaf de datum waarop zij die voorwaarden vervullen.
Le moyen est pris de la violation des articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que l'article 4, alinéa 1, a), et dernier alinéa, de la loi attaquée limite, pour les lauréats de l'examen d'aptitude professionnelle, le bénéfice (jusqu'ici valable sans limitation de temps) de leur réussite à une durée de sept ans à compter de l'entrée en vigueur de la loi ou, pour les candidats qui à cette date ne satisfaisaient pas aux conditions de nomination visées à l'article 191, § 2, du Code judiciaire, à compter de la date à laquelle ils satisfont à ces conditions.