Artikel 58, § 3, wijkt af van artikel 14bis van de procedureregeling. Er is immers bepaald dat, wanneer de verzoeker zijn memorie van antwoord of van toelichting buiten de vastgestelde termijn indient, de voorzitter of het door hem aa
ngewezen lid van de administratieve rechtbank onverwijld uitspraak doet, waarbij hij constateert dat de verzoeker niet het vereiste belang heeft, tenzij de
ze overmacht of een onoverkomelijke dwaling kan inroepe ...[+++]n (voor een pleidooi ten gunste van een dergelijke mogelijkheid ten behoeve van de verzoekende partij, zie P. Nihoul, op. cit.
Le § 3 de l'article 58 s'écarte de l'article 14bis du règlement de procédure car, au cas où le requérant transmet hors délai son mémoire en réplique ou ampliatif, il est prévu que le président ou le membre du tribunal administratif qu'il désigne statue sans délai, en constatant l'absence de l'intérêt requis du requérant, sauf si celui-ci peut se prévaloir de la force majeure ou d'une erreur invincible dans son chef (en faveur de l'existence d'une telle possibilité pour le requérant, voir P. Nihoul, op. cit.