Traduction de «totaal nominaal thermisch ingangsvermogen » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

totaal nominaal thermisch ingangsvermogen
puissance thermique nominale totale

nominaal thermisch ingangsvermogen
puissance thermique nominale

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

(1) In afwijking van die emissiegrenswaarden, geldt voor installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen tot 1 MW een emissiegrenswaarde van 100 mg/Nm voor stof, 1250 mg/Nm voor SO en 300 mg/Nm voor NO, en voor installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 1 MW tot en met 5 MW een emissiegrenswaarde van 50 mg/Nm voor stof en 300 mg/Nm voor NO als:
(1) Par dérogation à ces valeurs limites d'émission, une valeur limite d'émission de 100 mg/Nm pour les poussières, de 1250 mg/Nm pour les SO et de 300 mg/Nm pour NO s'applique aux installations dont la puissance thermique nominale est inférieure à 1 MW, et une valeur limite d'émission de 50 mg/Nm pour les poussières et 300 mg/Nm pour NO s'applique aux installations dont la puissance thermique nominale est égale ou supérieure à 1 MW et égale ou inférieure à 5 MW, lorsque :

(1) In afwijking van die emissiegrenswaarden geldt voor installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen tot 1 MW een emissiegrenswaarde van 100 mg/Nm voor stof, 1250 mg/Nm voor SO en 300 mg/Nm voor NO, en voor installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 1 MW tot en met 5 MW een emissiegrenswaarde van 50 mg/Nm voor stof en 300 mg/Nm voor NO als:
(1) Par dérogation à ces valeurs limites d'émission, une valeur limite d'émission de 100 mg/Nm pour les poussières, de 1250 mg/Nm pour les SO et 300 mg/Nm pour NO s'applique aux installations dont la puissance thermique nominale est inférieure à 1 MW, et une valeur limite d'émission de 50 mg/Nm pour les poussières et 300 mg/Nm pour NO s'applique aux installations dont la puissance thermique nominale est égale ou supérieure à 1 MW et égale ou inférieure à 5 MW, lorsque :

a) gasturbines die in een systeem met warmte-krachtkoppeling worden gebruikt met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van minder dan 500 MW en met een totaal rendement van meer dan 75%;
a) turbines à gaz qui sont utilisées dans un système de cogénération dont la puissance thermique nominale totale est inférieure à 500 MW et dont le rendement total est supérieur à 75 % ;

HOOFDSTUK 2. - Installaties die de kosten-batenanalyse moeten uitvoeren Art. 2. § 1. Volgende geplande installaties of renovaties (referentiescenario's) voeren een kosten-batenanalyse uit en maken daarbij een vergelijking met de bijhorende vermelde alternatieve optie(s) : 1° bij de bouw of ingrijpende renovatie van een stookinstallatie met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW voor de productie van alleen elektriciteit als referentiescenario : een kwalitatieve warmte-krachtkoppeling die dezelfde hoeveelheid elektriciteit produceert als alternatieve optie; 2° bij de bouw of ingrijpende renovatie van een stookinstallatie met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW voor de productie van alleen warmte als referentiescenario : een kwalitatieve warmte-krachtkoppeling die dezelfde hoeveelheid warmte produceert als alternatieve optie; 3° bij de bouw of ingrijpende renovatie van een stookinstallatie met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW voor de productie van warmte of elektriciteit die restwarmte op een bruikbare temperatuur genereert als referentiescenario : zowel a) een kwalitatieve warmte-krachtkoppeling die dezelfde hoeveelheid warmte of elektriciteit produceert als b) warmtelevering aan een stadsverwarmings- en/of -koelingsnetwerk als alternatieve opties; 4° bij de bouw of ingrijpende renovatie van een stookinstallatie ten behoeve van een nieuw stadsverwarmings- en/of koelingsnetwerk als referentiescenario : het gebruik van restwarmte op een bruikbare temperatuur uit nabijgelegen industriële installaties als alternatieve optie; 5° bij de bouw of ingrijpende renovatie van een stookinstallatie met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW ten behoeve van een bestaand stadsverwarmings- en/of -koelingsnetwerk als referentiescenario : het gebruik van restwarmte op een bruikbare temperatuur uit nabijgelegen industriële installaties als alternatieve optie.
CHAPITRE 2. - Installations qui doivent effectuer l'analyse coûts-avantages Art. 2. § 1 . Les installations ou rénovations prévues suivantes (scénarios de référence) effectuent une analyse coûts-avantages et établissent dans ce contexte une comparaison comprenant l'option/les options alternative(s) afférente(s) visée(s) : 1° lors de la construction ou rénovation substantielle d'une installation de combustion d'une puissance thermique nominale totale de plus de 20 MW pour la production d'électricité seulement, comme scénario de référence : une cogénération qualitative qui produit la même quantité d'électricité comme option alternative ; 2° lors de la construction ou rénovation substantielle d'une installation de combustion d'une puissance thermique nominale totale de plus de 20 MW pour la production de chaleur seulement, comme scénario de référence : une cogénération qualitative qui produit la même quantité de chaleur comme option alternative ; 3° lors de la construction ou rénovation substantielle d'une installation de combustion d'une puissance thermique nominale totale de plus de 20 MW pour la production de chaleur ou d'électricité qui génère de la chaleur résiduelle à une température utilisable, comme scénario de référence : tant a) une cogénération qualitative qui produit la même quantité de chaleur ou d'électricité que b) la fourniture de chaleur à un réseau urbain de chauffage et/ou de refroidissement comme options alternatives ; 4° lors de la construction ou rénovation substantielle d'une installation de combustion pour un nouveau réseau urbain de chauffage et/ou de refroidissement, comme scénario de référence : l'utilisation de la chaleur résiduelle à une température utilisable d'installations industrielles proches comme option alternative ; 5° lors de la construction ou rénovation substantielle d'une installation de combustion d'une puissance thermique nominale totale de plus de 20 MW pour un réseau urbain existant de chauffage et/ou de refroidissemen ...

Wanneer voor de alternatieve optie bij het referentiescenario in artikel 2, § 1, 4° de baten niet groter blijken dan de kosten en de stookinstallatie betreft een installatie met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW die alleen warmte produceert, moet ook het referentiescenario in artikel 2, § 1, 2°, worden vergeleken met de bijhorende alternatieve optie.
Lorsqu'il ressort que, pour l'option alternative du scénario de référence de l'article 2, § 1 , 4°, les avantages ne sont pas supérieurs aux coûts et l'installation de combustion concerne une installation d'une puissance thermique nominale totale de plus de 20 MW pour la production de chaleur seulement, le scénario de référence de l'article 2, § 1 , 2°, doit également être comparé à l'option alternative afférente.

– jaarlijks gemiddeld elektrisch en thermisch rendement van de installaties (MWe en MWth) en totaal nominaal thermisch ingangsvermogen (MWth).
– la moyenne annuelle de la puissance thermique restituée de l'installation (en MWe et en MWth) et la puissance thermique absorbée nominale totale (en MWth).

– gemiddeld jaarlijks thermisch rendement en totaal nominaal thermisch ingangsvermogen (MWth).
– la moyenne annuelle de la puissance thermique restituée de l'installation (en MWe) et la puissance thermique absorbée nominale totale (en MWth).

Lidstaten dienen de invoering aan te moedigen van maatregelen en procedures ter bevordering van installaties met warmtekrachtkoppeling met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van minder dan 20 MW, zodat gedistribueerde energieopwekking meer ingang vindt.
Il convient que les États membres favorisent l'introduction de mesures et de procédures visant à promouvoir des installations de cogénération dont la puissance thermique nominale totale est inférieure à 20 MW afin d'encourager la production d'énergie distribuée.

– jaarlijks gemiddeld elektrisch en thermisch rendement van de installaties (MWe en MWth) en totaal nominaal thermisch ingangsvermogen (MWth);
– la moyenne annuelle de la puissance thermique restituée de l'installation (en MWe et en MWth) et la puissance thermique absorbée nominale totale (en MWth);

– gemiddeld jaarlijks thermisch rendement en totaal nominaal thermisch ingangsvermogen (MWth);
– la moyenne annuelle de la puissance thermique restituée de l'installation (en MWe) et la puissance thermique absorbée nominale totale (en MWth);